Tussen 1350 en 1490 was Holland en Zeeland het toneel van de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Twee groepen edelen streden om de macht. Zowel oude veten tussen verschillende adellijke geslachten, als economische en sociale tegenstellingen, lagen hieraan ten grondslag. Ook de steden kozen partij in de strijd. Inzet voor hen was invloed te verkrijgen op het bestuur. Van belang was vooral het betwiste recht van Jacoba van Beieren op de opvolging. Met het overlijden van Willem VI in 1417 werd de inzet van de ruzie steeds meer de vraag of men vóór (Kabeljauws) of tegen (Hoeks) het huis van Bourgondië was. Tegen deze achtergrond vond in 1425 in het Hoekse Schoonhoven een van de meest verwerpelijke executies uit de vaderlandsche geschiedenis plaats. Het slachtoffer heette Albrecht Beyling. (Bron:http://www.xs4all.nl/~nieko/beyling.htm)
|